Dit was Rijnboutt Open – Werk.

11 april 2022

“Welkom bij deze presentatie van Rijnboutt Magazine met als thema ‘Werk’. Met het magazine als podium neemt Rijnboutt het initiatief om vragen te stellen en om gesprekken aan te gaan, ook met partijen die niet uit de hoek van de architectuur of stedenbouw komen.” Staand voor een goed gevulde tribune opent moderator Catja Edens, architectuurhistoricus en schrijver, de tweede editie van Rijnboutt Open op deze laatste dag van maart. Daarna is het aan Richard Koek, partner van Rijnboutt, om een korte toelichting te geven op het thema van de middag.

Koek memoreert de zoektocht van het bureau, enkele jaren geleden, naar een geschikte werklocatie in Amsterdam. Die voerde voorbij het westelijke district Houthavens, een woonwijk met hoge dichtheid in een voormalig havengebied, waar de bedrijvigheid is gereduceerd tot werken aan huis, horeca op de hoeken en een enkele school. “Het heeft allemaal niets meer met de haven te maken,” stelt Koek. Hoewel de rauwheid van de industriële rafelranden aan de stad veelal als inspirerend wordt ervaren, verdwijnen de bedrijfjes stuk voor stuk zo gauw met het verstedelijken wordt begonnen. “Wat voor stad creëren we als werkgelegenheid en maakarbeid uit de woonomgeving verdwijnen? Met het wegtrekken van de bedrijvigheid verandert de beleving van de stad als motor van de economie.”

Rijnboutt Open - Dingena Mol fotografie - Catja Edens Floor Milikowski - 42 LR

Scherpe visie

De toon is gezet, het woord aan de keynote van de middag: Floor Milikowski, journalist, sociaal geograaf en planoloog. Die heeft voor de aanwezigen een eloquente waterval aan woorden in petto, doorspekt met biografische referenties en een scherpe visie op stedelijke ontwikkeling. In de jaren 80 groeide ze op in de Watergraafsmeer naast de Melkunie, vertelt ze. Op weg naar school zag ze de vrachtwagens aan- en afrijden en rook ze de ammoniakstank in het voorbijgaan. Toen eind jaren 80 met de Oostergasfabriek ook de melkfabriek sloot, werd elders in de stad begonnen aan de bouw van de Rembrandttoren. “Hierin ligt, denk ik, de meest symbolische ontwikkeling van de afgelopen decennia: de omslag van de industriële economie van Amsterdam, ooit de trots van de stad, naar een creatieve kenniseconomie.”

Dit succes heeft zijn keerzijde, meent Milikowski. “Het hele idee van ‘we importeren alles en maken niks zelf’ is voorbij. Maar naarmate die hippe, creatieve klasse blijft oprukken, en met hen de kantoren en de dure appartementen, waar is dan nog plek voor de maakindustrie, voor innovatie en nieuwe vormen van bedrijvigheid? Waar moet straks die circulaire economie plaatsvinden?”

Tweeledige beweging

Tijd voor de mini-docu ‘Werken in de stad’ over Rufus de Vries, fotograaf van het beeldessay in het magazine. Met op de cover een tot de verbeelding sprekende foto van New Electric, een bedrijf dat midden in het Cruquiusgebied dieselmotoren ombouwt tot elektrische motoren. Gevraagd naar zijn overwegingen zegt De Vries: “Aan de ene kant zie je in de grote steden dat die maakindustrie naar buiten wordt gedrukt en dat tegelijk, met name in de jaren 70 woonwijken, mensen daar eigen bedrijfjes beginnen.” “Hoe kan het dat New Electric in dat nieuwe woongebied kan blijven zitten?” wil iemand uit het publiek weten. “Dat kunnen ze niet”, luidt het antwoord, “ze moeten op zoek naar een alternatieve plek.”

Rijnboutt Open - Dingena Mol fotografie - Catja Edens - 49 LR
Rijnboutt Open - Dingena Mol fotografie - ronde tafel gesprek - 62 LR

Rondetafelgesprek

Op het podium worden stoelen neergezet voor het laatste onderdeel, een rondetafelgesprek met Anjelica Cicilia (directeur acquisitie en ontwikkeling bij Syntrus Achmea), Annius Hoornstra (stadsontwikkelaar-gebiedsontwikkelaar) en Najah Aouaki (econoom en stadsstrateeg voor creatieve en inclusieve steden). De eerste vraag van Edens is aan Aouaki: “Wat hebben we aan de blik van de econoom bij het gesprek over werken in de stad?” Aouaki legt de focus direct bij het begrip economie: “Economie gaat over de vraag hoe wij schaarse middelen verdelen om in menselijke behoeften te voorzien.” Volgens Aouaki wordt dit vaak verward met financiële economie. “Hoe je iets financiert, is een ander verhaal.” De economie die over basisvoorwaarden gaat, is uit het oog geraakt. Zorg. Onderwijs. De bakker die ook een leerwerkbedrijf heeft en bakkers opleidt. Hoe maken we dat deel van de stad, hoe creëren we woonruimte voor de werknemers uit die sectoren? “We maken het financiële kader leidend voor de economische waarden die we willen ontwikkelen. Dat moet andersom.”

Het gesprek verplaatst zich naar Cicilia. Als vermogensbeheerder voor pensioenfondsen investeert zij in vastgoed met het creëren van financieel rendement als oogmerk. “Voor mij vormt ‘werk’ in de basis geen focus. Er zijn beleggers te vinden in allerlei vastgoedsegmenten, maar nauwelijks in de mixed-use.” Dat is een probleem voor een goed functionerende stad, beaamt ze. “We zien de behoefte en willen inspelen op de vraag, maar het is niet eenvoudig dat ook gerealiseerd te krijgen.”

Uitdaging

Naar aanleiding van het vraaggesprek met Hoornstra in het magazine, vraagt Edens wat het belang is van de plint van een gebouw. “Als je woningen bouwt,” reageert Hoornstra, “moet je ook werk realiseren. De plint beschouw ik als een volume op de begane grond van een gebouw, waar wordt gewerkt. Dat kan ook op de binnenplaats.” Meegenomen is dat het waarde toevoegt, vult Cicilia aan. Maar zegt ze: “Het is nog een hele uitdaging om met de plint de werkgelegenheid te creëren die de stad nodig heeft.”

Hoornstra kaatst de bal terug. Volgens hem moet er een veel grotere ruimtelijke typologie worden ontwikkeld, om al die verschillende soorten bedrijvigheid te faciliteren. “We moeten af van de nostalgie van éénlaagse bedrijventerreintjes. Daarvoor heb je wel een ander economisch model nodig.”

Het gesprek waaiert uiteen. Woorden als ‘businesscase’, ‘financiële nulwaarde’ en ‘brede waardenbenadering’ wisselen elkaar in hoog tempo af. Er is eensgezindheid op onderdelen, naast grote inhoudelijke verschillen. Saai is dat allerminst.

Rijnboutt Open - Dingena Mol fotografie - 104 LR
Rijnboutt Open - Dingena Mol fotografie - 102 LR

Nieuwe waarde

“Het gaat om het proberen te verbinden van de verschillende kanten van een stad,” concludeert Edens. Waar dat botst, ontstaan ook nieuwe combinaties. “Verschillen moet je niet alleen verdragen, maar je moet ook zien wat ze in allerlei vorm aan waarde kunnen opleveren. Dat kan ruimte creëren voor dat ‘werken in de stad’.”

Het is tijd voor het nagesprek bij de borrel. Buiten begint het zacht te sneeuwen.

Bekijk de volledige opname van Rijnboutt Open – Werk.
Beeld: Dingena Mol