Bouw winkelpanden Rokin: Puzzelen op de vierkante meter

04 november 2016
Hudson's bay Amsterdam

Wie bouwt, stuurt op eindresultaat. Als de randvoorwaarden scherp en uitdagend zijn, zoals bij de nieuwbouw van de dit najaar op te leveren, belendende winkelpanden Rokin 21 en 49 dien je toch het beste eindproduct neer te zetten voor de opdrachtgever. Ontwerp-, engineering- en uitvoeringsprocessen overlappen elkaar, en toch klaart het bouwteam van Van Wijnen de klus op tijd. “Vaart maken waar het kan”, is het devies van projectleider Sander Gerritse.

Bij aanvang was de opdracht al uitdagend: sloop het bestaande Fortis-bankgebouw bij de Dam en bouw op de bestaande kelder twee constructief onafhankelijke warenhuispanden voor een dito aantal eindgebruikers, met nauwelijks bouwterrein. Houd rekening met de omgevingseisen, zoals de directe nabijheid van de Noord/Zuidlijn in aanleg. Het diep gelegen metrostation Rokin ligt bijvoorbeeld pal voor de deur.

Door architect Rijnboutt, hoofdaannemer Van Wijnen en onderaannemers is het ontwerp voor de twee winkelpanden volledig ‘gebimd’. Als vervolgens de sloop complicaties ondervindt, er extra funderingsvoorzieningen in het kader van de grondwaterkering moeten worden getroffen door middel van injecties, het geplande bouwterrein wordt doorsneden door een later toegevoegde verbinding met metrostation Rokin en een gepland dakconstructie-ontwerp op voorspraak van de welstandscommissie moet worden herzien, wordt de uitvoering bij voorbaat een huzarenstukje. Gerritse: “Dan ga je simpelweg nog efficiënter werken. Wij zetten hier zo’n 17 miljoen om in tien maanden uitvoeringstijd. Casco betonbouw en gebouwafwerking onder architectuur, bouwterreininrichting en materiaalaanvoer: alles is hier een puzzel op de vierkante meter.”

Hudson's bay Amsterdam

Casco plus

Ruimte is er nauwelijks tussen Nes en Rokin: het uitvoeringsteam kan op de bouwlocatie één vaste en één mobiele kraan kwijt, en in de steeg aan de achterzijde beschikt Gerritse over een strip van slechts 1,5 meter voor de steigerbouw. En die steigers zijn dan weer hard nodig vanwege het gebrek aan ruimte voor kranen. “De montage van de natuurstenen gevelelementen van pand 21 betrof een echte ‘postzegeloperatie’. Sowieso luisterde de engineering van deze gevel nauw, omdat natuursteen extra verankering vereist en de installaties voor de hemelwaterafvoer via het gevelvlak gaan; die mogen niet door de winkelruimten – een gebruikerseis.”

De dakconstructie van pand 49, een gebogen ruitvormige staalconstructie voorzien van glas, moest van de welstandscommissie meer terugliggend van de straat worden uitgevoerd dan gepland. “Eigenlijk hebben wij alleen met de prefab cascobouw tijd kunnen winnen. Er zijn ook bijzondere resultaten geboekt: de panden worden gereedgemaakt voor passiefbouw en de qv10-waarden (luchtdichtheid, red.) voldoen ruimschoots aan de verwachtingen.” Gerritse leverde pand 21, voorzien van een kap met dakleien, begin september op; in november volgt pand 49, dat nu nog in de steigers staat om met gevelstenen en glas te worden afgewerkt. De dakconstructie, een tour de force van verschillende specialisten uit de staal-, glas- en gevelwereld, is al gereed. Hudson’s Bay (huurder van beide panden) hoeft niet te wachten op de bouwers, die de panden ‘casco plus’ opleveren. “De vaste winkelarchitecten van Hudson’s Bay zijn al langs geweest en het tekenwerk is begonnen”, besluit Gerritse.

Lees de volledige publicatie in Stedenbouw editie 739