Doelen, ambities en verlangens

Een nieuwjaarsboodschap van Rijnboutt

15 januari 2021
inzending Blinkert Capelle_2020 with landscape view1-01

Op de drempel van het derde decennium van de 21ste eeuw is het verleidelijk perspectieven en vergezichten te schetsen. Wat gaat het jaar, het nieuwe decennium, brengen? Wat zijn onze doelen, ambities, verlangens?

Maar met 2020 achter ons… wie zou dat nu met overtuiging durven? Een jaar geleden was alles anders. Een florerende economie, een groeiend bewustzijn dat we naar een duurzamer samenleving op weg waren, een levendige cultuur. Natuurlijk waren er ook zorgen: groeiende ongelijkheid in de samenleving, vergrijzing en vereenzaming, meer intolerantie, toenemende kosten voor wonen en leven, afnemende biodiversiteit, drukte door verkeer en toerisme. Maar we dachten na en spraken over hoe die opgaven aangepakt moesten worden. Op z’n Nederlands: pragmatisch, op consensus gericht, kosten en baten uitgerekend.

Hoe anders verliep 2020. Nog in februari leek alles ver weg: Covid-19. Niet eerder in onze herinnering heeft een virus zo’n impact gehad op het leven, de economie, op ons hele wezen. Opeens werd duidelijk hoe kwetsbaar we zijn, en hoezeer de wereld een hecht verstrengeld stelsel is. Binnen no-time werden vanzelfsprekendheden ter discussie gesteld en verworvenheden beperkt. Verdween de samenleving van ontmoeting en interactie naar één van afstand en onthouding. De economie kreeg een knauw van jewelste, maar toch wel de meeste impact werd gevoeld in de menselijke verhoudingen. De zwaksten in de samenleving – ouderen, zieken, mensen met beperkingen – kregen het extra moeilijk. Gezondheid bleek eens te meer de belangrijkste waarde in het leven. En het hebben van een sociaal vangnet dat je behoedt tegen eenzaamheid en armoede.

De impact van Covid-19 zal wegebben. Het vaccin zal weer ademruimte brengen, vrijheid van bewegen. Maar de wereld is veranderd. Er zal weer zo’n virus komen. Waakzaamheid is geboden over onze manier van samenleven. De nadruk op een gezondere manier van leven, wonen, werken, recreëren zal een vlucht nemen. We zullen ons nog veel meer bewust moeten zijn van de manier waarop we de aarde nu uitputten en behandelen.

Het eind van een decennium leidt tot extra bespiegelingen over de toekomst. Nu helemaal. Het aantal publicaties is dus ontelbaar. Maar als je er een aantal gelezen hebt lijkt een aantal zaken wel duidelijk. Er zijn fundamentele veranderingen nodig. De stad blijft ongemeen populair, maar zal snel moeten worden aangepast naar een circulaire economie waarin de 15-minuten-samenleving, regionale samenwerking en voedselproductie, water, groen en hitte-aanpak, enorme reductie van automobiliteit en sociale inclusiviteit samengaan. En dat in een periode van minder dan 15 jaar.

De manier van werken verandert. Digitaal en op afstand werken wordt voor dienstverlening de standaard, het kantoor is de plek waar je elkaar ontmoet en waar uitwisseling plaatsvindt. Het aantal applicaties zal nog enorm groeien, om kwalitatief samenwerken maximaal te faciliteren. Wonen en werken raken nog meer verstrengeld; goede manieren om dat op een gezonde manier te doen zijn essentieel. Van flexibel indeelbare woningen tot fijne buitenruimtes en nabijheid van faciliteiten.

Halverwege het jaar bereiken we al het moment dat we meer van de aarde afnemen dan de aarde jaarlijks voortbrengt, zoals schoon water, schone lucht en hernieuwbare grondstoffen. In de tweede helft putten we de aarde steeds verder uit, met de bekende gevolgen als extremer weer, toenemende ongelijkheid en schaarste.

Om dit te keren moeten ook wij handelen. Circulair ontwerpen, veel meer toepassen van hout als bouwmateriaal, prefabricage en minimaliseren van handelingen op de bouwplaats. Gebruik van biobased materialen, integratie van groen, natuur en wateropvang in alle projecten. Gebouwen moeten energieleverend zijn en all-electric, zeer goed geïsoleerd en ruim voorzien van middelen die de gezondheid bevorderen. Ook bij renovatie van bestaande woningen. Afval kan maximaal worden hergebruikt binnen de nieuwbouw. Uitstoot van CO2 en fijnstof moet maximaal worden teruggedrongen. En fietsen is de standaard.

Het verschil maken we al in onze stedenbouwkundige plannen. Door daarin maximaal duurzaam te ontwerpen zijn de basiscondities voor gezonde gebouwen en publieke ruimtes gelegd. Laten we daarin vooral de inclusieve samenleving in ogenschouw nemen. We ontwerpen de stad voor iedereen. Waar iedereen kan wonen en werken. Waar de openbare ruimte er weer voor iedereen is. Waar beweging en ontmoeting de gezondheid bevorderen. En waar voor elkaar gezorgd wordt en naar elkaar wordt omgekeken.

Tekst: Richard Koek
Beeld: Rijnboutt voor prijsvraaginzending De Blinkert, Capelle aan den IJssel