Na dertig jaar is er daglicht in de Utrechtse Bijenkorf en heeft de buitenwereld zicht gekregen op het assortiment dankzij de etalages rondom. Het aan de rand van het Utrechtse kernwinkelgebied gelegen gebouw La Vie dateert uit 1987 en is nu naar ontwerp van architectenbureau Rijnboutt verbouwd en geoptimaliseerd. Het complex, op de hoek van de Lange Viestraat en de St.-Jacobsstraat, heeft op de onderste drie verdiepingen een winkelfunctie. De daarboven gelegen vier verdiepingen worden benut als kantoor-, congres- en cursusruimten. Sinds 2007 is De Bijenkorf de enige gebruiker van het winkelcentrum. Het is na de reorganisatie in 2013 een van de vijf resterende filialen in Nederland. Het warenhuis is nu aangepast aan het nieuwe winkelen, waarbij het trendy begrip ‘beleving’ centraal staat.
Grootste en meest zichtbare aanpassing is de transformatie van de gevel van La Vie. Directe visuele communicatie met de buitenwereld en met de potentiële klanten vraagt om een open en transparante gevel met ruimte voor het etaleren van de waar. De bestaande en grotendeels gesloten erkers, die het gebouw zijn karakteristieke profilering gaven, zorgden er ook voor dat de vlakke gevels op de begane grond altijd in de schaduw lagen. Reden om de gevels van het warenhuis te vervangen door een vlakke, glazen vliesgevel. Gekozen is voor Climaplus, de dubbele beglazing van Saint-Gobain Glass (U-waarde 1,7 W/m2K) waarbij de binnenruit met pluggen in de onderzijde gezekerd wordt en de buitenruit structureel verlijmd is, met rubberprofielen in de verticale voegen en kit in de horizontale voegen. De vliesgevel is op de hoeken van het gebouw – daar waar voorheen de rooilijn terugweek – tot aan de dakrand doorgezet. Zo heeft het gebouw een architectonische geleding gekregen die past bij de schaal van het gebouw en de stedenbouwkundige context. Ook halverwege de straatgevels, waar de rooilijn ter plaatse van de trappenhuizen terugweek, is de toegevoegde vliesgevel tot aan de dakrand doorgezet. De ruimte tussen de nieuwe en de bestaande gevel is hier voorzien van roostervloeren, die het mogelijk maken om de hoog opgaande gevels te gebruiken als etalage.
De nieuwe en tot aan de dakrand doorlopende vliesgevels zijn, afgezien van de begane grond, als dubbele gevel uitgevoerd. Dat wil zeggen dat achter de vliesgevel een 38 cm grote spouw is met een klimaatgevel als binnenblad. Deze achterliggende gevel heeft schuifbare glaspanelen voor de bewassing, of is voorzien van een brandwerende pui (Janssen) met 60 minuten WBDBO met draaiende delen. Deze brandwerende uitvoering is óf onder óf boven de vloer toegepast waar sprake is van een brandcompartimentering. Afhankelijk van de situatie zijn achter de vliesgevels aanvullende brandwerende voorzieningen getroffen, zoals een borstwering met brandwerende beplating, een spouwafdichting met staalplaat en/of steenwolvulling, en zijn de openingen voor het ventileren van de spouw voorzien van bij brand opschuimend en afdichtend materiaal.
Alleen de gevels van het warenhuis vervangen zou het ontwerp incompleet maken. Ook de gevels van de bovengelegen kantoorverdiepingen zijn dus onderdeel van de transformatie geworden. Complicerende factor was dat het gebouw gedurende de verbouwing in bedrijf moest kunnen blijven. Een simpele oplossing die ook recht doet aan het ontwerp was het vervangen van de borstweringspanelen; dat wil zeggen het aanbrengen van glaspanelen in kleur (SGG Emalit Evolution) op de gehandhaafde borstweringen. Overigens was het voor de uitvoering voortdurend passen en meten en uitvoerig plannen en overleggen om de verbouwactiviteiten zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Niet alleen het doorlopend gebruik van zowel het warenhuis als de kantoren, maar ook de beperkingen vanuit de omgeving speelden daarbij een grote rol. Zo mocht alleen tussen zeven en negen uur in de ochtend het voorgeschreven geluidsniveau overschreden worden. Zeker tijdens de sloopfase zorgde dit voor de nodige hoofdbrekens. De aanwezigheid van een drukke busbaan maakte dat sommige werkzaamheden tijdens de stille uren in de nacht plaats moesten vinden.
De wens van De Bijenkorf was, naast het transparant maken van het warenhuis, het maximaliseren van het bruikbare winkeloppervlak. Jaap Hoving, projectleider bij Rijnboutt, vertelt dat in het verbouwingsontwerp daarvoor niet alleen de grenzen van het rooilijnen zijn opgezocht door de inspringingen bij de entrees te betrekken bij het interieur. Ook de terugwijkende rooilijn aan de St.-Jacobsstraat is in lijn gelegd met het destijds in 1920 door Berlage ontworpen straatprofiel. Het betekende een aanzienlijke vergroting van de footprint. Het extra ‘geannexeerde’ grondoppervlak is gebruikt om het complex te beëindigen met een nieuw, zeven verdiepingen hoog volume waarin De Bijenkorf op de onderste drie verdiepingen extra vloeroppervlak kreeg, inclusief ruimte voor een inpandige laad- en loshof.
Maar de grootste uitbreiding van de winkel is te vinden op de tweede verdieping: achter de kantoorvleugels is op het platte dak van de eerste verdieping een extra bouwlaag toegevoegd. Daarmee is het totale winkeloppervlak van De Bijenkorf toegenomen van 9.000 naar 15.000 vierkante meter. Dankzij de uiterst licht uitgevoerde staalconstructie bleef de extra belasting door de uitbreiding binnen de nagerekende maximale draaglast van de onderliggende constructie, vertelt Hoving.
Winkels vragen meer verdiepingshoogte dan kantoorruimtes. Hoving: “We hebben ervoor gezorgd dat vanuit de kantoren op de derde verdieping, vanaf een zitpositie net over de dakrand van de uitbreiding gekeken kan worden. Bovendien is er gekozen voor een bedekking met laagblijvende, uiteenlopende grassoorten om vanaf de hogere verdiepingen het uitzicht te veraangenamen. De beplanting zorgt tevens voor geluiddemping en ze heeft een toegevoegde ecologische waarde.” Puzzelpunt was wel het aanbrengen van de enorm grote luchtkanalen vanaf de technische ruimte aan de overzijde van de daktuin (onderdeel van de hier gelegen parkeergarage). In het ontwerp paste het niet om die onder het dak aan te brengen. Landschapsarchitecten Richard Koek en David Kloet hebben daarom de kanalen op het grasdak in een grafisch patroon gelegd met daarop grote mieren van rvs die ’s avonds één voor één, als in een lopende processie worden aangelicht.
Vanwege de toename van het winkeloppervlak zijn er fiets- en autoparkeerplaatsen toegevoegd door middel van een extra parkeerdek op het dak van de parkeergarage. De betonnen geveldelen zijn opnieuw geschilderd en de overige geveldelen hebben een nieuwe beplating van stalen sandwichpanelen gekregen in een antracietkleur die past bij het uiterlijk van de aansluitende vliesgevel.