Het spin-off effect van BREEAM

22 februari 2018
dordtse kil

Duurzaamheid gaat over veel meer dan een goede BREEAM-score, maar we zien BREEAM daarbij wel als een goed sturend middel. Rijnboutt heeft ervaring met verschillende BREEAM-trajecten zoals Nieuwbouw & Renovatie, In Use en Gebied. Onze inhouse duurzaamheidsspecialist heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de In Use richtlijn voor de functie ‘onderwijs’ en we waren betrokken bij het opstellen van het BREEAM-label voor gebiedsontwikkeling en duurzame stedenbouw. Op dit moment kijken we mee met de conceptversie voor de nieuwe richtlijnen voor ‘Nieuwbouw’ en ‘Renovatie en (her)inrichting’. Rijnboutt is participant van de Dutch Green Building Council (DGBC) en heeft vijf BREEAM-experts in dienst: Femke KampJaap HovingSylvia RodeRichard Koek en Mattijs Rijnboutt.

Voor het verkrijgen van een BREEAM-certificaat is een proactieve houding en kennis nodig. Voor een BREEAM-proces is het belangrijk heldere afspraken en een duidelijke planning te maken, de maatregelen in het ontwerp te integreren en een compleet en zorgvuldig dossier op te bouwen. Maar er is natuurlijk meer nodig om duurzaamheid te kunnen garanderen. Het gaat ook om enthousiasme en het verschil maken zonder greenwashing. Intrinsieke duurzaamheid gaat verder dan technische maatregelen. Alleen als het project ook echt antwoord geeft op de vraag, als het goed in elkaar zit, dan bewijst het gebouw zijn duurzame waarde. Functies en gebruikers veranderen, maar het gebouw moet langer mee en moet ook veerkracht hebben om met veranderende mensen en wensen om te gaan. Duurzaamheid gaat juist over die langere termijn. Een goed ontwerp is goed te onderhouden, te beheren en vooral goed te gebruiken.

Duurzaamheidscontract

In het geval van een renovatieproject start het BREEAM-traject anders dan bij een nieuwbouwtraject ook al wordt dezelfde beoordelingsrichtlijn gehanteerd. Het bestaande gebouw geeft kaders en randvoorwaarden mee. Wij beginnen zo’n proces met onderzoeken van zowel de technische kaders als de karakteristieken van het gebouw. Door middel van goed vooronderzoek krijgen we inzicht in alle kansen en bedreigingen. Deze kennis nemen we, samen met het PvE en de BREEAM-quickscan, mee bij het opstellen van een zelfassessment. Het zelfassessment vormt net als het PvE een contractstuk waar we ons aan houden als ontwerpteam.

BREEAM begint met ambitie

Meer nog dan bij gebouwen speelt bij gebiedsontwikkeling vooral het onderzoeken van de duurzame kansen een rol. BREEAM vraagt als bewijslast om beleidsstukken en onderzoeksrapporten die aantonen dat weloverwogen keuzes worden gemaakt. Waar sommigen dit zien als papieren rompslomp, zien wij op andere projecten dat dit juist leidt tot een spin off voor andere (vervolg) projecten zoals bijvoorbeeld bij de gebiedsontwikkeling Dordtse Kil IV waar Rijnboutt het stedenbouwkundig-, beeldkwaliteit- en inrichtingsplan voor heeft ontworpen. De gemeente heeft op basis van de duurzame doelstellingen in dit plan beleid opgesteld om in 2050 als gemeente energieneutraal te zijn. Lees hier het artikel hierover.

Dordtse Kil IV Dordrecht schets windmolens en zonnevelden