Hudson’s bay Amsterdam

Artikel Volkskrant

24 april 2017
Hudson's bay Amsterdam

Nieuwe winkels in Amsterdam, Leidschendam en Utrecht laten verrassend uitgesproken en eigentijdse architectuur zien. Weer eens iets anders dan internetwinkelen.

De Dam, het Damrak en het Rokin in Amsterdam zijn de bakermat van de klassieke warenhuisarchitectuur. Hier zijn de Bijenkorf (anno 1915), Maison de Bonnetterie (1909), Peek & Cloppenburg (1917) en de iets jongere (voormalige) V&D en C&A gevestigd.

Van dit warenhuisgenre heeft alleen de Bijenkorf redelijk fris de internetconcurrentie weerstaan. De rest van de bedrijven verdween of worstelt met zijn omzet. Toch prijken op het Rokin twee enorme nieuwe winkelblokken waar de Canadese warenhuisgigant Hudson’s Bay (opgericht in 1617) deze zomer zijn ‘flagshipstore’ opent. Hoe ontwerp je als architect vandaag een winkel die het gevecht met online shoppen aankan?

‘Een goed warenhuis is een plek waar mensen gezien willen worden’, zegt Frederik Vermeesch, architect bij Rijnboutt, op een nog lege warenhuisvloer. Hij weet dat zijn missie is gelukt als Instagram straks vol staat met winkelselfies met als locatie: ‘Hudson’s Bay, Amsterdam.’

Sense of place is de term die wordt gebruikt om de ‘levende’ winkelervaring te onderscheiden van het digitaal kopen, dat veel gebruiksvoordelen kent, maar altijd de fysieke component mist van het snuffelen in kledingrekken en woonaccessoires in een echte Hudson’s Bay.

Beleving

Die zijnskwestie is belangrijk in de overlevingsstrijd van de retail. Het verschil moet zitten in bijzondere locaties, goede routing, zorgvuldig vormgegeven details, goede horeca en ‘beleving’. Vooral dat laatste, ongrijpbare begrip wordt door architecten en hun opdrachtgevers graag gebruikt.

Het is de ‘beleving’, het gevoel dat je iets bijzonders meemaakt, die de architecten inzetten tegen het onlinegemak en eendimensionale graaien bij de Primark.

‘Je kunt de consument niet verleiden met meer van hetzelfde’, zegt Joost Hulshof van Stir Architecture, die al jaren werkt aan het winkelcentrum Hoog Catharijne in het centrum van Utrecht. Hij zegt het niet, maar het is duidelijk dat het rijtje met alleen Blokker, HEMA en Kruidvat de retail niet gaat redden. Het nieuwe veelkleurige Poortgebouw dat begin deze maand openging, biedt juist relatief weinig winkels. ‘Er is vooral horeca, een hotel en een plein dat een rustpunt vormt in de winkelroute.’

10 procent van de winkels in Nederland staat tegenwoordig lange tijd leeg. Zeker in kleinere plaatsen is het perspectief niet best. Is dat niet verontrustend voor winkelbeleggers? ‘Het klopt dat er te veel winkelruimte is. Maar dat betekent niet dat er geen ruimte is voor meer kwaliteit’, zegt Teun Koek van Unibail Rodamco, een van twee grootste retailinvesteerders in Nederland. Samen met Roberto Meyer van MVSA Architects staat hij gebogen over een maquette van wat het grootste winkelcentrum van het land moet worden: the Mall of the Netherlands in Leidschendam. Over twee jaar moet het klaar zijn.

Het gaat om 116 duizend vierkante meter die er niet uitzien als een winkelcentrum. Het geheel is omkleed met een witte betonnen sluier die wulps plooit, uitkraagt en zich naar binnen vouwt bij de entrees. Op het dak staat een bioscoop met tien zalen.

Wat de drie projecten in Amsterdam, Utrecht en Leidschendam gemeen hebben, is dat het om uitgesproken architectuur gaat. De hoge gebogen ramen van het warenhuis op het Rokin, de gekleurde buitenkant van het Poortgebouw in Utrecht en de witte voile om the Mall of the Netherlands: ze eisen je blik op. Mooi of lelijk valt te bediscussiëren, maar het is krachtig. De nieuwe retail lijkt erg te gaan over zichtbaarheid.

Glas

Amsterdam onderscheidt zich met glas. Vermeesch gebruikte voor Hudson’s Bay het maximaal toegestane glasoppervlak voor een gevel in de historische stad. ‘De eerste warenhuizen als Printemps in Parijs hadden ook veel glas. Later werden warenhuizen pas gesloten dozen.’

Door dat glas kan van buiten naar binnen worden gekeken, maar ook omgekeerd. Vermeersch: ‘Je bent hier in het hart van de oude stad. Dat wil ik de bezoeker tonen.’

Hudson's bay Amsterdam

Van binnen naar buiten kijken is ook een element in het vernieuwde Hoog Catharijne in Utrecht. Hier gaat het vooral over de route die het winkelend publiek aflegt. Het winkelcentrum dat een verdieping boven het straatniveau ligt, vormt de verbinding tussen de oude stad en het Centraal Station.

‘Het oude Hoog Catharijne was een mousetrap: bedoeld om bezoekers zo lang mogelijk vast te houden’, zegt Hulshof.

Dat noemt hij ‘oud denken’. De ingreep van Stir Architecture bestaat vooral uit het scheppen van heldere rechte wandelroutes door gangen waar daglicht invalt. Het nieuwe kleurige Poortgebouw is niet alleen de plek voor alles wat geen retail is; het is ook ontworpen als een baken tijdens je wandeltocht van en naar de trein.

Architect Roberto Meyer zag zichzelf in Leidschendam voor een andere opdracht gesteld. Verleiden, onthullen en verhullen, dat waren de kernwoorden voor de gevel van The Mall of the Netherlands. De metafoor van de voile was al snel gevonden. Over de hele gevel ligt die intrigerende witte sluier, die op sommige plekken wordt opgetild om de bezoeker binnen te laten. Deze entrees bieden een diepe doorkijk naar het hart van het centrum.

Verleiden

‘Het is een alzijdig gebouw, zonder voor- of achterkant. We wilden vooral nieuwsgierigheid wekken met de gevel, mensen verleiden om naar binnen te komen’, zegt Meyer.

En hoe zit het dan met die beleving, waar zowel de winkeleigenaar als de architect naarstig naar zoekt? In Hudson’s Bay ligt een beloning te wachten op iedereen die de tocht omhoog maakt. Op elke etage ontvouwt zich, door het gebogen glas, een nieuw aspect van de stad die aan je voeten ligt. De nok van het gebouw is imponerend, met een grotendeels glazen dak dat is opgebouwd met ruitvormige spanten.

Hudsons Bay Amsterdam Rokin

Het Poortgebouw zoekt zijn bijzonderheid juist in de leisure: weinig spullenverkoop, maar in plaats daarvan horeca en een overdekt plein waar je door een glazen vloer uitzicht hebt op het water van de Catharijnesingel eronder.

Bij the Mall of the Netherlands wordt de sluierstructuur van de gevel doorgezet binnen in het winkelcentrum, waar bezoekers langs een meanderend parcours van bijna 2 kilometer worden gestuurd, langs winkels, pleinen en terrassen.

Zijn dit de concepten van de toekomst? Architect Koek verwacht dat the Mall of the Netherlands zo’n ‘ervaring’ wordt, dat meer dan 12 miljoen bezoekers per jaar komen. ‘Maar vier van dergelijke winkelcentra in Nederland, lijkt me wel de max.’

Architect Vermeesch van Hudson’s Bay: ‘Ik denk dat de behoefte aan een fysieke winkelplek altijd blijft bestaan, hoe het winkelen op internet zich ook ontwikkelt. Maar je kunt van een goed werkend concept niet verwachten dat het op een andere plek ook werkt. Er is niet één soort medicijn voor de retail.’

Zoeken naar elegantie

Met twee warenhuizen van Hudson’s Bay greep architect Rijnboutt terug naar het verleden. Zomer 2017 is de opening.

De architect zocht bij de bouw van twee nieuwe warenhuizen op het Rokin in Amsterdam naar de elegantie van 19de-eeuwse Parijse huizen als Le Bon Marché en Printemps. Hij vertaalde dat in zeer uitgesproken raampartijen: het rechterpand van warenhuis Hudson’s Bay – het zijn twee zeer verschillende gebouwen naast elkaar – is veruit het opvallendste en heeft hoge en gebogen glasvlakken. Die geven het ‘liggende’ gebouw (40 meter breed en 23 meter hoog) een sterk verticaal accent.

Hudson's bay Amsterdam

De ramen liggen verzonken in diepe en wat zwaar ogende raamlijsten van natuursteen. Het tweede pand is hoekiger en minder sprekend. De panden staan ondergronds met elkaar in verbinding: je kunt in 2018 direct vanuit de nieuwe metro, ondergronds, het warenhuis instappen.

Hudson's bay Amsterdam