Vitaal door verbinding

BNA in gesprek met Wietske Huisman en Cherish Niemel over personeelsbeleid en het streven naar werkgeluk

12 juli 2021
Cherish Niemel en Wietske Huisman door fotograaf Ineke Oostveen

“Steeds meer architectenbureaus zien in dat voor het realiseren van mooie projecten meer nodig is dan creativiteit alleen. Op het vlak van personeelsbeleid is er binnen het vakgebied een professionaliseringsslag gaande. HR manager Wietske Huisman en office- en verzuimmanager Cherish Niemel zorgen ervoor dat medewerkers van Rijnboutt zich energiek en gelukkig op het primaire proces kunnen richten. ‘Verbinding’ is het sleutelwoord in de aanpak die zij sinds enkele jaren bij het bureau hebben doorgevoerd.”

Leon Sebregts ging namens BNA in gesprek met Wietske en Cherish over ons personeelsbeleid en het streven naar werkgeluk. Lees hieronder het interview.

 

Jullie hebben allebei een achtergrond buiten de architectuur. Hoe kijken jullie vanuit jullie expertise aan tegen de architectuurwereld?

Wietske:
“Zaken als werkdruk en personeelstekort komen in vrijwel elke sector voor. Het valt me op dat personeelsbeleid in de architectuur nog niet zo ver ontwikkeld is als in andere sectoren. Bij Rijnboutt hebben we inmiddels een flinke professionaliseringsslag gemaakt. Toen wij hier twee, tweeëneenhalf jaar geleden begonnen, was er bijvoorbeeld al wel een beoordelingssystematiek voor medewerkers, maar nog geen verzuim- en diversiteitsbeleid. Dat soort zaken hebben wij opgezet.”

Cherish:
“Rondom het thema verzuim hangt een taboesfeer. Wij proberen het taboe over ziekte, overspannen zijn en alles wat samenhangt met het verlies van een naaste of de geboorte van een kind te doorbreken. Het is helemaal niet erg als het je soms even te veel wordt. Door die gedachte actief uit te dragen, merk ik dat collega’s veel opener zijn geworden over hun persoonlijke situatie. Daarnaast trekken we ons verzuimbeleid breder door de focus ook op preventie te leggen. Vanaf september rollen we binnen Rijnboutt een vitaliteitsplan uit, dat tot doel heeft de werkdruk en stress te verlagen en een gezonde leefstijl te bevorderen.”

Hoe vinden jullie hierin de balans tussen een bureau-brede benadering en een individuele aanpak

Wietske:
“Iedereen krijgt ergens anders energie van. Door een grote variatie aan voorzieningen en activiteiten aan te bieden, zorgen we ervoor dat iedere collega zijn of haar energiebron aan kan boren. We hebben een tijdje yoga gedaan, daar kwam een vaste groep op af. Nu gaan we ook bootcamp aanbieden om weer andere collega’s aan te spreken. Ieder jaar hebben al onze medewerkers de mogelijkheid een aantal coachingssessies te volgen. Sommigen vinden dat heel fijn, anderen wat minder. Die gaan bijvoorbeeld liever sporten om hun hoofd leeg te maken. Daarnaast heeft iedereen bij Rijnboutt een eigen ontwikkelbudget. Dat kun je vrij inzetten voor een cursus of seminar. Ik doe daarbij wel altijd de check of het niet alleen persoonlijk maar ook voor het bedrijf meerwaarde heeft.”

Rijnboutt Jong boek
Frederik Vermeesch presenteert tijdens eerste editie Rijnboutt Jong in Amsterdam

Alle junioren volgen bij Rijnboutt een intern opleidingstraject. Waarom vinden jullie dat belangrijk en hoe ziet het er precies uit?

Wietske:
“Dat heeft meerdere redenen. Rijnboutt had altijd al een inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers, maar dat was vooral praktisch gericht. Hoe gebruik je de bureauagenda? Hoe werkt de mappenstructuur? Wie is je aanspreekpunt? We zijn dit gaan stroomlijnen en verdiepen om het beter te laten aansluiten bij de bedrijfsstrategie als geheel. We leren onze medewerkers met een Rijnboutt-bril naar zaken te kijken. Het doel is iedereen die hier als jong talent binnenkomt in twee jaar klaar te stomen om als allround professional door te kunnen stromen in het vak. De nadruk ligt daarbij op de zaken die missen in de overstap van studie naar werk. We hebben bijvoorbeeld aandacht voor soft-skills als persoonlijk leiderschap, eigenaarschap en het geven en ontvangen van feedback. Er zijn paralellen met de PEP en de BEP, maar de kracht van ons programma is dat het meteen praktisch toepasbaar is. We gebruiken vooral voorbeelden uit ons eigen bureau.”

Cherish:
“Met negentig mensen zijn we een vrij grote organisatie en we merkten dat de afstand tussen junioren en senioren/partners groot begon te worden. Onze eigen senioren en partners geven de workshops en zijn met al hun kennis meteen een vraagbaak. Dankzij het studieprogramma ‘Rijnboutt Jong’ verkleinen we de afstand en vergroten we de onderlinge verbinding. Senioren en partners kunnen op hun beurt veel leren van de manier waarop de jongere generatie tegen zaken aankijkt.”

We komen uit een lastige periode waarin veel van werknemers is gevraagd. Heeft de coronatijd ook nieuwe inzichten op het vlak van werkgeluk opgeleverd?

Wietske:
“Veel van onze collega’s hebben nu twee volwaardige werkplekken. We hadden voor corona al een thuiswerkbeleid. Mensen mochten één dag in de week thuis of elders werken. Nu gaan we ervan uit dat het meer fiftyfifty gaat worden. Dat levert veel voordelen op. Minder reistijd bijvoorbeeld. Vanwege de hoge huizenprijzen wonen veel van onze collega’s niet in Amsterdam, waar het kantoor is gevestigd. Ook is het soms fijn iets rustiger te kunnen werken dan in een kantoortuin met negentig anderen. Het samenkomen op kantoor blijft echter belangrijk om met elkaar in verbinding te blijven. Vooral ook buiten de eigen projectteams. Het kantoor kan in onze ogen een ‘creative basecamp’ worden, waar je een aantal keer per week samenkomt om te brainstormen en te overleggen. Het is belangrijk om van elkaar te weten waar iedereen mee bezig is.”

Jullie hechten veel waarde aan diversiteit en inclusiviteit. Hoe zorgen jullie ervoor dat alle stemmen in het bureau gehoord worden?

Wietske:
“Samen met de diversiteitsafdeling van de Sociaal Economische Raad heb ik daar net een beleidsstuk voor gemaakt. We hebben best veel internationale collega’s en we merken dat er meer inspanning nodig is om ervoor te zorgen dat zij zich welkom en gehoord voelen. In sommige culturen is men gewend meer volgzaam te zijn, te doen wat een partner opdraagt en vooral niet in discussie te gaan. Wij willen juist iedereen uitdagen dat wel te doen. Met kleine stappen proberen we dit voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld door buitenlandse collega’s te vragen tijdens het wekelijkse bureauoverleg een presentatie te geven over de architectuur(praktijk) in het land van herkomst. Het inspireert en laat andere oplossingen zien. Door mensen een podium te geven, krijgen ze bovendien het gevoel gezien te worden. We hopen daarmee dat ze ook op andere momenten hun stem laten horen. Daar worden onze projecten, die zich vooral in grote, multiculturele steden bevinden, inclusiever van.”

Jullie werken dag in dag uit aan een zo prettig mogelijke werkomgeving voor jullie collega’s. Wat maakt jullie zelf gelukkig?

Wietske:
“Wij krijgen als afdeling de ruimte om alles wat we belangrijk vinden uit te rollen. Op het vlak van personeelszaken wordt er echt naar ons geluisterd. Ik haal mijn werkgeluk vooral uit het feit dat ik zie dat beleid dat ik heb uitgezet zijn vruchten afwerpt en ik op die manier een steentje kan bijdragen aan de mooie projecten die hier worden gemaakt.”

Cherish:
“Bij mijn sollicitatie viel me meteen de openheid binnen de organisatie op. Het is totaal niet hiërarchisch. Ook wij profiteren uiteraard van alle mogelijkheden die Rijnboutt biedt om onszelf te verdiepen en te ontplooien. Daardoor leer ik continu bij om mijn eigen werk nog beter uit te kunnen voeren en onze plannen aan te scherpen.”

» Bekijk het originele artikel op BNA.nl

Tekst: Leon Sebregts

Portretfotografie: Ineke Oostveen