Voorlopig ontwerp van de kop van Cruquius gereed

09 juli 2019
Kop van Cruquius Amsterdam schets

Natuurinclusieve inrichting van de openbare ruimte en de binnentuinen

 

Het Cruquiusgebied eindigt op een landhoofd tussen de Entrepothaven en het Amsterdam-Rijnkanaal, met zicht op het IJ. Het voormalig industriegebied wordt getransformeerd tot een levendige woon- en werkomgeving. Op de kop van Cruquius vallen alle benodigde functies op hun plek rond een riant openbaar gebied aan het water. Om de mogelijkheden van de kop optimaal te benutten zijn de vier afzonderlijke bedrijfskavels vanuit één samenhangende visie ontwikkeld. Rijnboutt werkt aan het integrale ontwerp van stedenbouw, buitenruimte en architectuur. Bedaux de Brouwer is architect van één van de gebouwen.

Een schiereiland vraagt een aansprekend doel om naar toe te gaan. Het publieke leven speelt zich daarom af op een groot, attractief en mooi omsloten plein aan het water. Op dit plein wordt het rijzige ‘kantoor en woonhuis voor den werkmeester’ herplaatst om met een goede horeca het stralend middelpunt te vormen, een blijvende herinnering aan het industriële- en handelsverleden. Het groene plein loopt af naar het water. Vanaf het plein zijn vele wandelroutes over de kop mogelijk over de autovrije kades rondom het landhoofd, door de intieme dwarstraten met zicht op de schepen van en naar het IJ en zelfs door binnentuinen van woonblokken heen.

Kop van Cruquius Amsterdam woontoren Metaalpark

Het grootste gedeelte van de kop is autovrij. De kades zijn niet toegankelijk voor autoverkeer, het verkeer wordt aan het einde van de Cruquiusweg verschillende parkeergarages in geleid. De openbare ruimte biedt daardoor veel plaats aan spel, ontmoeting en verblijf, maar er is ook ruimte voor groen. De kade aan het Amsterdam Rijnkanaal en de tussenstraten zijn volgens de regels uit het Raamwerk Openbare ruimte van Buro Lubbers uitgewerkt.

Kop van Cruquius Amsterdam wonen groen en horeca

In totaal zijn er in de vier woongebouwen 343 woningen, commerciële ruimten in de plint en inpandige en ondergrondse parkeergarages voor fietsen en auto’s. De woongebouwen hebben een gedifferentieerd woningbouwprogramma. De nieuwe woongebouwen zijn vernoemd naar de laatste eigenaar van de grond. Op de noordelijke punt Metaalpark, ten zuiden daarvan Houtsma Noord en Zuid en aan de Entrepothaven op het plein Candido.

Kop van Cruquius Amsterdam diverse woongebouwen

Aan de vormgeving van de gebouwen is op deze bijzondere plek extra aandacht besteed. Het hoogteaccent op de spelregelkaart van de gemeente krijgt vorm in een sculpturaal gebouw. Metaalpark markeert de kop en is met zijn verdraaide torens de beëindiging van de reeks van haaks op het water staande gebouwen, waaronder de Houtsma blokken, aan de ‘buitenbocht’ van het Cruquiuseiland. Licht vooruitgeschoven in het verlengde van de Cruquiusweg markeert de laagste toren het plein op het einde van de landtong.

Kop van Cruquius Amsterdam Metaalpark

Candido is een waardig sluitstuk van de ‘binnenbocht’ van Cruquiuseiland. Het is net zoals alle gebouwen aan deze zijde van het Cruquiuseiland een robuust blok. Het is als een eigenwijs object met een eigen beeldtaal op het plein geplaatst. De afwijkende vorm, architectuur en kleur maakt duidelijk dat dit gebouw ‘te gast’ is op het plein. Samen met De Werkmeester zijn de gebouwen zo gepositioneerd dat de blik naar het open water van de Entrepothaven wordt geleid.

Kop-van-Cruquius-Amsterdam-10

Bij de inrichting van het gebied wordt veel rekening gehouden met de natuur. Er komt volop ruimte voor water en groen en in de gebouwen en de buitenruimte worden tal van maatregelen gerealiseerd voor planten en dieren. Gebouwen worden voorzien van groene daken en in de gebouwen wordt nestgelegenheid gerealiseerd voor vogels en verblijfplaatsen voor vleermuizen. De buitenruimte wordt op een zodanige wijze ingericht dat deze optimaal geschikt is voor wilde planten, insecten, vogels, vleermuizen en andere dieren.

Kop van Cruquius Amsterdam diverse woningtypes aan het IJ

In het ontwerp zijn locaties voorzien waar de nestkasten en verblijfplaatskasten voor vleermuizen, gierzwaluw en huismus het beste kunnen worden geïntegreerd. De openbare ruimte is zo ingericht dat er een zo gunstig mogelijk leefgebied voor verschillende plant- en diersoorten ontstaat.