Veel winkelcentra die de vorige eeuw zijn gebouwd, zijn toe aan vernieuwing. Partner Frederik Vermeesch en stedenbouwkundig ontwerper Stella Groenewoud van bureau Rijnboutt vertellen over de vraagstukken die spelen bij het weer toekomstbestendig maken van deze gebieden. En over de ervaringen die zij opdeden in een kwart eeuw sleutelen aan deze onderdelen van de stad.
Eind jaren negentig van de vorige eeuw raakte het bureau voor het eerst betrokken bij de aanpak van bestaande winkelgebieden, vertelt architect/stedenbouwkundige en Rijnboutt-directeur Frederik Vermeesch. “We raakten betrokken bij de retailwereld en de opgaven die daar spelen doordat de Bijenkorf ons benaderde. Zij had destijds een tiental vestigingen in het land en wilde een aantal daarvan weer bij de tijd brengen. Toenmalig directeur Jan Berger had de visie dat winkelen meer moest zijn dan boodschappen doen: het moest een belevenis zijn.” De eerste casus die zich hiervoor aandiende was de ontwikkeling in het centrum in Enschede aan het Van Heekplein, waarbij Rijnboutt een nieuwe Bijenkorf inpaste in een grotere gebiedstransformatie. “Daar werden toen ook al andere functies aan toegevoegd, zoals wonen en een casino.”
Het duurde niet lang of ook het Amsterdamse vlaggenschip van het bedrijf, gelegen op de hoek van de Dam en het Damrak, werd op tafel gelegd. Vermeesch hierover: “Sommigen zullen zich de inrichting daarvan nog wel herinneren, met entrees die bestonden uit tourniquets van 2,20 meter hoog – een soort muizengaten waardoor je naar binnen moest – en vervolgens verdiepingen waarin alles was dichtgezet en volgebouwd. Overal producten. En nergens meer daglicht. Jan Berger zei: niemand weet binnen meer dat ze in Amsterdam zijn. Wij hebben toen een maquette van 1:50 van de hele Bijenkorf gemaakt. Toen zijn we gaan studeren op het maken van zichtlijnen – zodat je binnen in het gebouw wist waar je was en bijvoorbeeld zicht had op de Dam en de Beurs van Berlage – en het maken van plekken. Het openmaken van het atrium, waardoor daglicht weer diep naar binnen kwam. Het hele atrium werd ook heringericht, zodanig dat de bezoeker weer een soort van belevenis kreeg in dat warenhuis. Op die manier hebben we vervolgens verschillende andere Bijenkorven aangepakt; hier is het eerste zaadje geplant in onze relatie met de retail.”
Lees het volledige interview op Gebiedsontwikkeling.nu.