Stel je voor dat je project deel uitmaakt van een nieuwe stadswijk en je samen met het team goed functionerende, duurzame, diverse, gezonde én groene woongebouwen ontwerpt met aanvullende commerciële en zorgfuncties voor ruim 12.500 bewoners. Je jongleert continue met de projectambities, bouwhaalbaarheid, projectefficiëntie, bouwtechnische keuzes of budgetbeperkingen. Maar ook met de technische input die moet passen bij het bouwvoorstel en met de informatie van de opdrachtgever, de aannemer, de adviseurs, de supervisor, het Q-team, je collega’s en de projectleiders. En daarnaast jongleer je ook nog met je eigen professionele ambities.
De opdracht: woongebouwen ontwerpen zónder parkeerplaats. Is dat een droom voor een architect? Is het een futuristische opdracht of een onvermijdelijk gevolg van de ambities voor een autovrije wijk? Al snel verschenen nieuwe uitdagingen. Stel je de begane grond van het gebouw voor, zeg maar de fundering van de architectuur, het meest zichtbare, belangrijke deel van het ontwerp. Hoe passen er dan 3,5 fietsen per appartement in deze prominente laag? Hoe voldoe je aan deze hoge eisen én zorg je voor een levendige, aantrekkelijke plint? Het antwoord is simpel: je jongleert. Je jongleert met functies, met zonligging, met aansluitingen op landschap of openbaar gebied. Je puzzelt en schuift met de appartementen, de entrees van het gebouw, de commerciële ruimte, de fietsenbergingen, het gezondheidscentrum en de technische ruimtes. Uiteindelijk passen er bijna duizend fietsparkeerplekken in de ruimte die bovendien meer kan zijn dan alleen een stalling. Door het zorgvuldige ontwerp wordt de fietsenstalling een plek die het sociale netwerk versterkt en ongedwongen ontmoetingen met de buren en gezamenlijke activiteiten stimuleert.
Naast een levendige plint moet een gezonde buurt een diversiteit aan woonstijlen bieden. Dit betekent het creëren van een geschikte ruimte voor toekomstige bewoners van verschillende leeftijden, achtergronden, behoeften en voorkeuren. Ooit ‘doelgroepen’ genoemd, hebben we deze liefdevol hernoemd naar ‘bewoners’ van Merwede. Op basis daarvan stelden we voor jonge gezinnen maisonettes voor in het Pakhuis, voor stellen galerijappartementen in het Bandgebouw, ‘friendswoningen’ voor vrienden in Framework, kleinere en betaalbare appartementen in de jongerentoren, en mooie woningen aan een groen hof in de Hidden Gem gericht op ouderen. Het achtergrondverhaal en het profiel van de toekomstige bewoners maakte het mogelijk de gebouwen een eigen identiteit te geven en zich toekomstige gemeenschappen voor te stellen. Maar hoe combineer je sociale inclusiviteit en diversiteit met bouwefficiëntie en betaalbaarheid?
Is de materiaalkeuze de kers op de taart of een vervelende, eindeloze discussie over de details? Wat zijn de gevolgen van de keuze voor een gerecyclede baksteen in de plint van de Jongerentoren, of mortelloze bakstenen in Sixpack, of de detaillering van de groene gevel in de Parel? Deze vragen hoefde ik gelukkig niet alleen te beantwoorden. In dit jongleervak kon ik gebruik maken van de onschatbare kennis en ervaring van ons multidisciplinaire team. Waaruit bestaat het groendakpakket van Hidden Gem? Hoe dik kunnen we de bakstenen kaders in Framework maken? Hoe vinden we duurzame, biobased producten die echt kunnen bijdragen aan een lagere CO2-uitstoot en toch betaalbaar zijn? Je jongleert met de input en kennis van landschaps- en technisch ontwerpers. Je past toe, googelt, schetst, overlegt, test, vergelijkt, bespreekt. De dubbele grijze baksteen van Pakhuis complementeert de sterke basis, houten zitjes toegevoegd in de plint van Six Pack verbinden de huizen naar het kanaal, eenvoudige en elegante bakstenen geveldetails van Hidden Gem integreren het groen dat de pergola, de muur en de dakrand beklimt. Het materiaal is niet de kers op de taart, maar veel meer dan dat. Het versterkt de identiteit van het gebouw en complementeert het verhaal van de architectuur.
Wat wordt het precieze verhaal van Bloom Merwede? Ik kan me voorstellen dat de bewoners van Merwede in een zeer groene, diverse, gezonde en flexibele omgeving wonen. De Sixpack eigenaar zit voor zijn/haar/hun huis en kijkt naar het Merwedepark langs het kanaal. De buren van Jongerentoren en Bandgebouw ontmoeten elkaar in de fietsenstalling en bespreken het komende verjaardagsfeestje. Ik stel me voor dat de familie van het Pakhuis een muurscheiding toevoegt voor een extra slaapkamer. En dat de bewoner van Hidden Gem in de dakkas gaat werken en de ouderen van Grote Broer en Kleine Zus recreëren tussen het bloeiend groen in de tuin.
Kortom, tijdens het werken aan het project Bloom Merwede voelde ik me een jongleur. Een flexibele en voortdurend nieuwsgierige ontwerper, die probeert balans te vinden en alle ballen in de lucht te houden. Het jongleren is hiermee een integraal onderdeel van het Merwede-verhaal.
Deze blog is onderdeel van een reeks blogs met persoonlijke ervaringen van onze collega’s tijdens het werken aan Bloom Merwede in Utrecht.
Tekst en tekeningen: Klaudia Lachcik, architect
Foto materialen: Rijnboutt
Portretfoto: Ineke Oostveen