Niet meer slopen – deel 2: woningbouw

21 maart 2024
Bella Vista, Den Haag

Een van de grotere bouwopgaven van het moment wordt gedicteerd door de wooncrisis, gepolitiseerd in het tekort aan maar liefst een miljoen woningen. Interessant is de vraag hoe dit zich verhoudt tot de kwestie nieuwbouw, sloop-nieuwbouw en de transformatie van de bestaande woningvoorraad of de ombouw van overtallige kantoren, warenhuizen en fabrieken naar woningen.

De maatschappelijke roep om nieuwbouw klinkt luid. Velen zien een oplossing in efficiënt gebouwde uitbreidingswijken in de resterende groengebieden. Rijksbouwmeester Francesco Veenstra reageert kritisch. Bouwen in het weiland vraagt om grote investeringen in de infrastructuur waarvoor de belastingbetaler en niet de markt zal opdraaien, zo betoogt hij. Kijk nog eens goed naar de planning van nieuwe wijken in laaggelegen gebieden: “Als je daar wil bouwen, moet je ook geld reserveren om mensen droge voeten te laten houden.” [1]

Ook Veenstra’s voorganger, Rijksbouwmeester Floris Alkemade, sprak zich scherp over de woningbouwproblematiek uit. Volgens Alkemade ligt voor het merendeel van het tekort een kans in het transformeren van de bestaande woonvoorraad. Het klimaatakkoord bepaalt dat in 2050 alle vastgoed in Nederland energieneutraal moet zijn en 85% van de gebouwen die we dan hebben, staan er al, aldus Alkemade. Door de verduurzaming te koppelen aan een verdichtingsopgave die nieuwe woontypologieën creëert voor een veranderende samenleving, slaan we twee vliegen in één klap.[2]

Uitzicht Bella Vista, Den Haag

Vernieuwbouw
Door de Wederopbouwperiode zijn we gewend geraakt aan de ‘voordelen’ van sloop-nieuwbouw, aan het gemak van een leeg plot en aan de wens steeds dichter en hoger te bouwen[3]. Onze tijd met zijn focus op duurzaamheid vraagt om een terugkeer naar vernieuwbouw, tot aan de industriële revolutie nog de standaardpraktijk in de bouw. Hoewel het als begrip niet vaak wordt gebruikt en het geen eenduidige betekenis heeft, wordt er doorgaans ‘het zodanig renoveren van een bestaand gebouw dat de kwaliteit ervan vergelijkbaar is met nieuwbouw’ mee bedoeld.

Met vernieuwbouw heeft Rijnboutt in een periode van meer dan dertig jaar ruime ervaring opgedaan. Het Ensemble Wolters-Noordhoff (1988), de Gevulde Gracht (2002), Thorbecketoren (Bellavista) (2016) en Lindershof (2023) zijn slechts enkele voorbeelden uit het portfolio van het transformeren van kantoren, warenhuizen en fabrieken in woningen.

Van recenter datum is de transformatie van het C&A warenhuis aan de Herestraat in Groningen tot een multifunctioneel ensemble (de oplevering is naar verwachting eind 2024). Het ontwerp voorziet in de modernisering van het winkelgedeelte en de toevoeging van in hout uitgevoerde woningen op de tweede tot en met de vijfde verdieping. Door het strategisch weghalen van onbruikbaar winkelvolume (lees: weloverwogen en gedeeltelijk te slopen) en nieuw winkelvolume op andere plekken in het complex terug te laten komen, komt er lucht in het blok voor lichttoetreding in de woningen. Visueel opgeknipt in verschillende panden wordt het ensemble passend in het straatbeeld gemaakt.[4]

Ook het gemeentelijk monument en voormalige warenhuis van Vroom & Dreesman (later Hudson’s Bay) aan de Grote Staat in Maastricht wordt getransformeerd tot een multifunctioneel complex, met winkels op de onderste bouwlagen en woningen op de hogere verdiepingen. De belangrijkste ingrepen betreffen het optoppen van het gebouw met een extra laag voor woningen en het realiseren van een hof in het hart van het gebouw. In vorm en materialisering zoekt de optopping aansluiting bij het beschermde dakenlandschap van Maastricht; de geleding van haar gevel reageert op die van de gebouwen eronder. Het royaal van groen voorziene binnenhof is ontworpen als een verborgen oase. Zo geeft ‘wonen boven winkels’ een nieuwe impuls aan de historische binnenstad.[5]

Voordelen van de gekozen aanpak
Bij alle genoemde voorbeelden van vernieuwbouw is er niet of zeer minimaal gesloopt. En als er tot sloop werd overgegaan, gebeurde dit uiterst behoedzaam. De voordelen van vernieuwbouw reiken verder dan pragmatisme. Er worden woningen aan de bestaande stad toegevoegd, waarvoor het niet nodig is extra infrastructuur aan te leggen. De gekozen aanpak houdt de maatschappelijke kosten binnen de perken, voorkomt kapitaalvernietiging door het slopen van herbruikbare gebouwen en maakt de CO2-footprint voor nieuwe woningen alleszins aanvaardbaar. Bijkomend voordeel is dat de verschillende tijdslagen in de stedelijke ontwikkeling zichtbaar blijven, wat bijdraagt aan de esthetische en culturele verrijking van de stad.

De potentie is groot, het roer moet om. De huidige focus op nieuwbouw in voor de leefomgeving essentiële groengebieden moet plaatsmaken voor een strategie van verdichting en vernieuwbouw, van transformatie en bijbouwen in binnenstedelijk gebied. Volgens Rijnboutt past dit in de koers naar een duurzame, leefbare en toekomstbestendige samenleving, waarin sloop geen prioriteit (meer) heeft.

Auteur: Jan van Grunsven

[1]  Francesco Veenstra in: NOS Nieuwsuur, 16 september 2023
[2]  Floris Alkemade, Het getal van een miljoen woningen is een onzinnig getal, archined.nl, 21 november 2022
[3]  Zie artikel ‘Niet meer slopen’ van 29 november 2023 
[4]  Zie nieuwsbericht Rijnboutt ontwerpt transformatie C&A warenhuis Groningen tot verfijnd multifunctioneel ensemble
[5]  Zie publicatie Voormalig warenhuis V&D in Maastricht wordt multifunctioneel complex